Als taal niet wil vloeien

Soms gaat schrijven bijna vanzelf, andere keren voelt de knipperende cursor op het lege document bijna als een persoonlijke aanval. De woorden komen niet. Alsof er een luikje in mijn brein dichtzit waarachter de zinnen en ideeën opgesloten zitten. Hoe kan het toch dat de inspiratie soms een opgedroogde put is en de taal niet wil vloeien?

Wat moet je doen?

Kijk, je kunt stellen: schrijf dan gewoon even niet. Maar voor mij is dat ten eerste geen optie, want ik werk op een redactie. Maar daarnaast kunnen er veel meer redenen zijn om toch te willen schrijven. Wat moet je doen wanneer je wél de behoefte voelt om creatief met taal bezig te zijn, maar er gewoon niets uit je handen komt?

Wat is inspiratie?

Dit brengt me bij een eerste belangrijke vraag: wat is inspiratie eigenlijk? Waarom hebben we het nodig om mooie taal te kunnen produceren? En hoe kan het dat het er soms wel en soms niet is? Volgens mij is het belangrijk om eerst los te raken van het idee dat inspiratie iets is wat je overkomt en je dan tijdelijk tot je beschikking hebt, om vervolgens weer onverwachts te vervliegen. Als een soort verkoudheid die je per (on)geluk tegen het lijf loopt.

Stappenplan

Op internet (DBNL) vond ik de definitie: ‘[inspiratie is] een bewustzijnstoestand waarin iemand over het maximum van zijn scheppend vermogen beschikt en schijnbaar moeiteloos problemen oplost of ideeën aandraagt’. Dat wil ik ook. Vooral de woordjes ‘schijnbaar moeiteloos’ spreken mij aan. Maar hoe? Hoe kan ik actief die inspiratie vinden, zodat ik ook mijn maximaal scheppende taalvermogen kan inzetten en woorden mijn blad gaan vullen? Een stappenplan.

1. Een plan maken en navolgen

Inspiratie komt je dus altijd aanwaaien, maar moet je soms najagen. Wachten op een briljante tekst werkt voor bijna niemand. Besluit dat je op een bepaald tijdstip gaat schrijven, minimaal 600 woorden wilt neerzetten en begin. Plan een uur/dag/week later tijd in om bij te schaven. En stel vervolgens een deadline wanneer je je tekst af wilt hebben. Door je te onderwerpen aan een plan móét je wel. En door een zekere ‘indaalperiode’ in te plannen, gun je je brein tijd om je concepten nog wat bij te schaven.

2. Zonder jezelf (een beetje) af

Als inspiratie je niet komt aanwaaien, moet je die soms opzoeken. Bijvoorbeeld door je niet te laten afleiden van je eigen gedachtes en ideeën. En tegelijkertijd door je wél te laten afleiden door het alledaagse leven. Kortverhalenschrijver Robert Carver zei dat hoe jij kijkt naar de wereld áltijd een uniek verhaal meebrengt. Wat jij over iets denkt, hoe jij iets beleeft en hoe jij dat omschrijft is uniek. En daarmee altijd bijzonder. Gun jezelf de tijd en ruimte om jouw eigen denkwereld te verkennen.

3. Wees lief. Wees streng.

Inspiratie komt je echt niet aanwaaien, maar moet je soms stimuleren. Bijvoorbeeld door jezelf uit te dagen het eens helemaal anders te doen. Eens een andere vorm te kiezen, streng te zijn over de kwaliteit van je tekst of een nieuw onderwerp uit te pluizen. Wees streng, maar wel rechtvaardig. Want dát je schrijft, is al heel wat.

Datum: 17 april 2023