Wandelen: wat neem je allemaal mee?

1. Backpack

Een regenjasje (want je weet het maar nooit in Nederland), een lunchbox, een setje pleisters. Tijdens het wandelen wil je logischerwijs van alles meesjouwen. Zeker wanneer je niet al te veel kilo’s meezeult, is een rugzak ideaal. Vanwege het draagcomfort merk je nauwelijks dat je iets op je rug hebt. Bovendien bestaan er verschillende luchtige modellen waarbij de achterkant niet in contact komt met je rug. Zo zal je geen zweterige rug krijgen. Zorg tijdens het inpakken ervoor dat je het gewicht goed verdeelt, en dat je de spullen indeelt op volgorde waarin je alles gebruikt. Zo weet je ook altijd waar je spullen zijn, en hoef je je tas eerst niet helemaal leeg te kieperen voordat je je zonnebril of flesje water hebt gevonden. Staat er een korte tocht op de planning? Dan is een heuptasje waarin je de essentiële spullen kwijt kunt ideaal.

Doe de ‘backpack’-check!

Nu je een goede backpack hebt, is het natuurlijk wel zaak om ervoor te zorgen dat je de juiste spullen bij je hebt. Doe de check: heb je dit bij je?

• Drinkfles met water
• Blarenpleisters en gewone pleisters
• Je telefoon, oplader en accupack
• Poncho of regenjas
• Sultana’s, wat fruit of Dextro voor wat extra energie
• Verrekijker
• GPS (of kaart natuurlijk)
• Zonnebrand
• Tekenverwijderaar
• Kauwgom

2. Goede wandelschoenen

Onmisbaar tijdens je wandeltocht zijn een paar goede stappers (en goede wandelsokken trouwens ook). Met de juiste wandelschoenen ben je narigheden als blaren en blessures voor en houd je het stukken langer vol. Wist je dat er verschillende categorieën wandelschoenen bestaan? Deze lopen van A tot en met D, waarin ‘A’ staat voor soepele wandelschoenen geschikt voor wandelingen in het bos, op het strand of door licht glooiende landschappen, en ‘D’ voor stugge bergschoenen bedoeld voor zware bergtochten. Ga je wandelschoenen passen? Dan is het slim om later op de dag naar de winkel te gaan. Je voeten zetten namelijk gedurende de dag uit, en zijn ‘s ochtends smaller dan aan het eind van de dag. Zorg er ook voor dat je je wandelsokken draagt tijdens het passen. Probeer de schoenen echt goed uit in de winkel, en maak hierbij ook gebruik van de aanwezige ‘hellingen’. Let erop dat de schoenen voldoende steun bieden: ze moeten niet knellen, maar ook niet te los zitten. Inmiddels een goed paar wandelschoenen in je bezit? Dan is het zaak om ervoor te zorgen dat je hier zo lang mogelijk van kan genieten. Zorg ervoor dat je je schoenen regelmatig impregneert met een speciale spray. Hierdoor hebben water en vuil minder kans, en gaat het materiaal langer mee.

3. Gemakkelijke kleding

Belangrijk is dat je kleding comfortabel is. Geen kleding met knellende of schurende naden dus, maar met een gladde, zachte en goede pasvorm. Daarnaast moet je kleding genoeg bescherming kunnen bieden tegen alles wat de natuur jou kan brengen: regen, wind, kou of juist warmte. Al na een halfuurtje het enorm warm hebben of kletsnat van de regen zijn, is natuurlijk niet fijn. Let er daarom op dat je kleding voldoende ademt, en waterbestendig is. Zorg er ook voor dat je outfit uit laagjes bestaat. Misschien is het ‘s ochtends bij vertrek nog fris, maar gaat later op de dag de zon schijnen. Dan is het fijn dat je over je ademende shirt een vestje of trui draagt dat je later op de dag uit kunt doen.