opvoeden

Mythes over opvoeden ontrafeld

Opvoeden is geen kinderspel. Iedereen heeft een mening over opvoeden en daar zit je natuurlijk lang niet altijd op te wachten. Maar wat klopt nu eigenlijk wel of niet van al die wijze raad? Opvoeddeskundige Iris Tadic Fadjil van Centrum voor Kindertherapie reageert op vijf bekende mythes over opvoeden.

1. ‘TV kijken en tablet-/computerspelletjes zijn slecht’

Iris: ‘Waar en niet waar. Volgens de laatste inzichten is te veel schermtijd niet goed voor kinderen. Maar ik wil niet meteen stellen dat de tv of tablet uitermate slecht is. Per slot van rekening zijn tablets en computers niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Dat ze hier wat ervaring mee opdoen is prima. Maar er is natuurlijk een verschil tussen even een filmpje kijken en urenlang achter schermen zitten. Dat laatste is onverstandig, want beweging en ontwikkeling van motorische vaardigheden is erg belangrijk. Ik denk dat balans het sleutelwoord is. Vind je het nou heel moeilijk om je kind van de tablet af te krijgen, vraag je dan eens af of je zelf misschien niet teveel op je telefoon zit.

2. ‘Kinderen worden hyperactief van suiker’

Iris: ‘Waar. Hier zijn veel onderzoeken naar gedaan, met goed onderbouwde onderzoeksuitkomsten. Ook hier is de kern weer ‘balans houden’. Suiker eten of drinken hoeft helemaal geen probleem te zijn. Zolang hier maar voldoende andere voedingsstoffen en de nodige lichaamsbeweging tegenover staan. Neem zoiets als een verjaardag: dan zullen kinderen wat meer snoepen dan op andere dagen. Het kan natuurlijk zijn dat je kind door het extra snoepen druk wordt, en anders gaat reageren. Als je daar niet al te veel problemen van maakt, dan zal de situatie niet uit de hand lopen. Lekkere dingen horen bij het leven. Leer je kind dat er grenzen zijn. Het ene kind heeft daarbij meer begrenzing nodig dan het andere. Durf als ouder dan ook ‘nee’ te zeggen. Ben je nu op een verjaardag en staat er heel veel lekkers, zeg dan duidelijk wanneer het genoeg is geweest. Als je je kind hier goed op voorbereidt, dan kan dat best. Het kan nuttig zijn om een plan te hebben, anders ontstaat er een situatie waarin jullie allebei boos of gefrustreerd zijn. Nog een tip: geef voor een verjaardag een boterham of stuk komkommer aan je kind, zodat hij niet met een lege maag aankomt en zich volpropt.’

3. ‘Je moet je kind gewoon laten huilen tot hij in slaap valt’

Iris: ‘Dit is een lastige uitspraak, want hier gaat natuurlijk iets aan vooraf. Vaak huilen kinderen in bed wanneer ze moeite hebben met inslapen, of wanneer ze bijvoorbeeld in hun eigen bed moeten leren slapen. Dit is een leertraject en daar heb je een plan voor nodig. Een plan kan zijn om je kind een minuutje te laten huilen, vervolgens kort troosten en dan weer weglopen. En een minuut kan aanvoelen als een uur! Wat ik belangrijk vind om te noemen is dat het helpt om gewenst gedrag aandacht te geven. Als je het kind beloont met aandacht bij een negatieve houding, leidt dat tot een negatief patroon. Probeer dus goed gedrag te belonen, en maak een plan van aanpak bij het naar bed gaan, zodat je je kind ontspannen in bed kan leggen.’

Spreek je verwachting of je wens uit naar je kind

4. ‘Je mag je kind nooit omkopen’

Iris: ‘Ook weer waar en niet waar. Ik zou een onderscheid willen maken tussen omkopen en belonen. Je kunt een kind heel goed iets aanleren door het te belonen. Zo weet een kind dat het ergens naartoe kan werken. Bijvoorbeeld als je je kind zonder zijwieltjes wilt leren fietsen. Je kunt een sticker geven voor ieder tochtje zonder de zijwieltjes, en bij tien stickers krijgt het kind een beloning. Dit kan zijn een klein cadeautje of samen bedenken wat voor toetje gegeten wordt. Bij omkoping kan het zijn dat een kind alleen bepaald gedrag vertonen voor de beloning. Ga bij jezelf te rade: ben je bezig bepaald gedrag te veranderen, of wil je kind alleen de beloning?’

5. ”Omdat ik het zeg’ is nooit een goed antwoord op een vraag van je kind’

Iris: ‘Hier ben ik het mee eens. Je hebt als ouder natuurlijk gezag en regie, maar dit is een heel autoritaire uitspraak, wat niet bijdraagt aan een positief gevoel in het gezin. Daarnaast is deze uitspraak niet duidelijk. Spreek je verwachting of je wens uit naar je kind, zodat hij weet wat je van hem wil. Stel dat je kind gespeeld heeft en moet opruimen, maar dat niet wil. Communiceer dan met duidelijke taal. Bijvoorbeeld: ‘Ik snap dat je het niet wilt. Je hebt leuk gespeeld en nu is het tijd om op te ruimen. Ga je het alleen doen of zal ik je helpen? Je schept duidelijkheid, geeft verwachtingen aan en laat weten dat er maar één mogelijk resultaat is. Misschien floep je de gevleugelde uitspraak ‘omdat ik het zeg’ er toch af en toe uit. Niemand is perfect! Maar onthoud dat je dit altijd kunt bijstellen door je uitspraak te verduidelijken.’

Datum: 27 mei 2019