Janke Verhagen: ‘Was ik wel een goede dochter en moeder?’

Het was 12 juli 2014. Janke en haar vriend Stefan Regalo Eggermont en hun 2-jarige zoontje Ruy waren pas terug van vakantie. ‘We hadden gebarbecued. Stefans moeder was er ook en na afloop nam zij Ruy mee naar huis. Hij zou bij haar logeren, zodat wij even lekker konden bijkomen van een vakantie met een drukke peuter om ons heen. Stefans jongere broer belde of we meegingen naar de kroeg om naar de troostfinale van het WK voetbal te gaan kijken waarin Nederland het moest opnemen tegen Brazilië. Ik had er niet zoveel zin in. Ik ging liever thuis lekker rommelen, maar Stefan was er gelijk voor te porren.’

Nachtmerrie

Toen de vader van haar kind die nacht om 1.30 uur nog niet terug was en Janke hem niet kon bereiken, appte ze haar zwager om te vragen of hij wist waar Stefan bleef. ‘Hij belde onmiddellijk terug. Stefan was drie kwartier daarvoor al naar huis gegaan. Toen kwam bij mij ineens een gevoel van onrust naar boven. ‘Ik heb buiten allemaal sirenes gehoord’, piepte ik tegen Stefans broer. Snel schoot ik wat kleren aan en, met mijn zwager nog aan de lijn liep ik naar buiten om te kijken of onze auto er stond. Ik sloeg twee keer een hoek om en stond ineens oog in oog met alle hulpdiensten. Achter een lint stond een auto: mijn auto met allemaal gaten erin. ‘Ik bel je zo terug’, stamelde ik nog en verbrak de verbinding. Er bleek iemand te zijn doodgeschoten en naast mijn auto lag een persoon onder een wit laken met bloedvlekken. Dat kon Stefan natuurlijk niet zijn. Hij zat beslist in één van de ambulances. Met zijn astma had hij vast een aanval gekregen door die akelige aanblik. Ik sprak een ambulancemedewerker aan en zei dat dit mijn auto was. Kon iemand me vertellen wat er aan de hand was? Er kwam meteen een agent naar me toe. ‘Bent u mevrouw Verhagen? U moet mee naar het bureau.’ Op mijn vraag wie er onder het laken lag, kreeg ik geen antwoord. Eenmaal op het politiebureau smeekte ik een agente of ze erachter kon komen wie er onder dat laken lag. Ze wist al wie het was, maar mocht geen naam noemen. Ze mocht echter wel vertellen wat hij aanhad. Toen ze de schoenen beschreef, wist ik genoeg en zakte ik in elkaar.’

Liquidatie

Janke had geen idee wat er gebeurd was. ‘Het enige wat ik kon bedenken, was dat iemand onze auto wilde stelen, Stefan zich daartegen had verzet en daarom was doodgeschoten. Ik werd verhoord, en daar had ik alle begrip voor, maar raakte wel behoorlijk geïrriteerd toen ze me acht keer hetzelfde vroegen. Alhoewel iedereen heel lief voor me was, moest ik wél drie uur lang alleen in een ruimte zitten. Ik wilde naar mijn zwager, die vlak na mij op het politiebureau was gearriveerd, maar dat mocht niet. Ik werd boos, heb gehuild en zelfs gesmeekt. Om 7.30 uur kon ik eindelijk weg. Naar huis gaan was geen optie, want ze wilden eerst mijn huis doorzoeken. Ik gaf mijn huissleutel af en ben met mijn zwager, die al die tijd op me gewacht had, mee naar huis gegaan.’ Pas daar werd Janke zich er voor het eerst van bewust, dat het helemaal niet om een autodiefstal ging. AT5 berichtte over de liquidatie van een man in Amsterdam-Oost. ‘Tot dat moment waren dergelijke nieuwsitems altijd langs me heengegaan. Zolang ze elkaar doodschieten en er geen andere slachtoffers vallen, vind ik het prima. Maar nu ging het om Stefan! Ik heb overigens geen moment aan Stefan getwijfeld. Hij had er absoluut geen verborgen agenda op na gehouden, want we waren altijd samen.’

Om 14.00 uur kwam de politie Jankes huissleutel terugbrengen. ‘Het was voor de politie al vrij snel duidelijk dat het om een liquidatie ging, maar dat de verkeerde persoon was vermoord. Er werd me dan ook verzekerd dat ze hier extra hun best voor gingen doen. Ik was opgelucht dat ik weer naar mijn eigen huis kon, maar dit werd afgeraden door de politie. Stefan lag namelijk nog steeds op de plek waar hij was neergeschoten. Eerst moesten alle sporen worden veiliggesteld en verzameld voordat hij naar het NFI in Rijswijk kon worden overgebracht.’

Ruy

Het verhaal, dat Janke al zo vaak verteld heeft, brengt ze ogenschijnlijk onaangedaan. Bijna op de automatische piloot. Ze vertelt over de identificatie van het lichaam en de uitvaart die moest worden voorbereid. Bijna nuchter, soms met een vleugje zwarte humor, maar af en toe brengt het ook een stuk emotie met zich mee, bijvoorbeeld als ze praat over het moment toen ze haar 2-jarige zoontje moest vertellen dat zijn vader er niet meer was. ‘Vrienden hadden aangeboden dat Ruy bij hen kon logeren, dus ik had hem nog niet weer gezien. De zaterdag voor de uitvaart kwam Ruy weer thuis. Hij werd slapend binnengebracht en in bed gelegd, maar even later werd hij toch wakker. Ik zat al te brullen toen ik hem zag. ‘Waar is papa?’, vroeg hij. ‘Papa is dood. Dat betekent dat hij nooit meer terugkomt.’ Hij werd boos en ging zijn vader zoeken. Hij zocht overal: onder het bed, achter de gordijnen…’ Janke is even stil, zichtbaar geëmotioneerd wanneer ze terugdenkt aan dat moment. ‘Om dat te moeten meemaken… dat gun je je ergste vijand niet’, klinkt het zacht.

Rehabiliteren

Op social media verschenen intussen veel reacties op de liquidatie. ‘Overdag een huisvader, ’s avonds een cokedealer’ en ‘Dan had hij er maar niet zo Marokkaans uit moeten zien’ waren enkele van de commentaren die verschenen. ‘In het begin zoog ik alles als een spons op. Je bent dan nog zó kwetsbaar. Daarom was het voor mij ook zo belangrijk om aan het mediaproces mee te werken. Ik wilde Stefans naam weer rechtbreien. Samen met het Openbaar Ministerie werd een echt mediaplan gemaakt. Ik werd daarop voorbereid door Elly Lust. Ik zocht bewust de publiciteit en zat tijdens tv-uitzendingen aan tafel bij Humberto Tan en Jeroen Pauw. Ik kreeg alle medewerking. Zo vind ik het nog steeds bijzonder dat ik bij de Amsterdamse pers zo’n hoge gunfactor had. Zij zijn echt heel chic met mij omgegaan. Als ik met bepaalde berichten moeite had, werd dat meteen aangepast of verwijderd. Daar ben ik nog steeds erg blij om.’

Nature en nurture

In het begin was het erg moeilijk om de draad weer op te pakken. ‘Ik was jaloers op gewone mensen’, weet Janke nog goed. ‘Daar liepen ze dan. Met hun gewone leventje. Ze moesten eens weten! Het was zó lastig om weer mee te doen. De donderdag na de uitvaart ‘sleurde’ mijn moeder me mee naar de geitenboerderij. Gewoon om er even uit te zijn. En als je zo’n eerste stap zet, wordt de volgende stap ook weer gemakkelijker. Ik heb het geluk dat ik een positief dwingende moeder heb. Zij is de eerste drie maanden na de moord bij mij ingetrokken en heeft me echt geactiveerd. Mijn moeder zit al 25 jaar in een rolstoel, ze mist een been, en is een enorme doorzetter. En dat doorzetten zit gelukkig ook in mij. Haar als voorbeeld te hebben is voor mij heel belangrijk geweest. Nature en nurture.’

Cadeau

Het was eind september, een dag na een uitzending van ‘Opsporing Verzocht’ waarin onder meer aandacht was voor de moord op Stefan, toen Janke een bijzondere ontmoeting had. ‘Er stond een Marokkaanse jongen aan de deur. ‘Ben jij Janke? Ik ben Omar. Weet jij wie ik ben?’ En na die woorden begon hij heel hard te huilen. Omar was degene voor wie de kogels waren bedoeld waarmee Stefan was omgebracht. We hebben even staan praten. Hij vroeg hoe het met mij ging en met Ruy. Bij het afscheid gaf ik hem een knuffel en zei dat hij wat van zijn leven moest maken. Zijn korte bezoekje voelde voor mij als een cadeau. Dat vind ik écht! Ik was in die periode zó op zoek naar berouw. Zou de schutter ’s avonds lekker gaan slapen? Pas veel later heb ik de berichtjes gelezen die over en weer gestuurd zijn tussen de schutter en de opdrachtgever. Hun Blackberries zijn gekraakt. Daarin stond geen woord van berouw. Die gast wist meteen dat hij de verkeerde had doodgeschoten, maar de dag erna bedelde hij wel om geld. Hij had de opdracht toch uitgevoerd? Zo gaan ze met elkaar om. De schutter is trouwens zelf ook geliquideerd. Dat Omar de moed had om op klaarlichte dag, met een prijs op zijn hoofd, naar mij toe te komen, gaf voor mij aan dat er in die wereld echt wel emotie zit. Door alles wat er gebeurd is, ben ik wel heel anders gaan kijken naar de mocromaffia. In die cultuur is wraak nogal een dingetje. Wat doet dat met je als je daarmee opgroeit?’

Keuzes maken

‘Na een heftige gebeurtenis mag je best even onder een dekentje kruipen’, vindt Janke. ‘Maar daarna moet je je wel realiseren dat je twee keuzes hebt. Ik was op dat moment 32 jaar en had naar verwachting nog zo’n 60 jaar te gaan. Wilde ik al die tijd boos blijven of weer wat van mijn leven gaan maken? Ik koos voor het laatste. Dat was, vooral in die beginfase, heel moeilijk omdat ik het gevoel had dat ik onder een vergrootglas leefde. Was ik wel een goede (schoon)dochter en moeder? Waarom ging ik maar zo weinig naar Stefans graf? Waarom stond er maar één foto van hem bij mij thuis? Iedereen had daar een mening over. En helemaal toen ik op een gegeven moment weer ging daten. Ik had behoefte aan fysiek contact. De reacties waren niet mals. Zo kreeg ik de vraag of ik eigenlijk wel echt van Stefan had gehouden! Dergelijke reacties deden veel met mijn zelfvertrouwen. Het is gewoon zó jammer dat in een tijd dat je superkwetsbaar bent zo veroordeeld wordt.’

Het is om te Janke

Stukje bij beetje probeerde Janke haar leven weer op te pakken. ‘Mijn oude baan oppakken lukte niet meer en begin 2016 heb ik afscheid genomen van mijn werkgever. Ik verhuisde naar een andere stad, want in Amsterdam voelde ik me niet meer thuis. En daar zat ik dan. Op een nieuwe plek. Zonder werk. Ik besloot toen dat ik voor mezelf zou beginnen. Ik wilde lezingen geven, coachen, trainingen geven en een boek schrijven. Het waren allemaal mooie plannen, maar nadat ik mijn bachelor Rouw en Verlies had gedaan, had ik nog steeds geen klanten. Daarom ben ik eerst als freelance interim-manager gaan werken en kneiterhard gaan sparen. Na 2,5 jaar had ik genoeg reserves opgebouwd om mezelf een jaar lang te kunnen redden. Op 1 januari 2019 kon ik mijn website ‘Het is om te Janke’ lanceren, een online magazine over doorleven na een klote-ervaring. Zelf heb ik verschillende soorten hulp gehad, professioneel en persoonlijk. En daar heb ik echt wel wat aan gehad, maar ik miste de moderne kijk op rouw. Het was allemaal te ‘zielig-gericht’ en ik wilde juiste die peper in mijn reet. De site was al vanaf de eerste maand een succes, omdat ik het geluk had dat er veel media-aandacht voor was en daar kwamen vrijwel meteen al heel bijzondere kansen uit voort. Voor LINDA.nl mocht ik elf columns schrijven over ‘De Weduweregels’ en voor Flair mocht ik bloggen over verlies en rouw. Ik heb daarin heel eerlijk, en daardoor ook best kwetsbaar, beschreven hoe anderen tegen mijn manier van rouwen aangekeken hebben en hoe ik verlies en rouw beleefd had. En toen ik daar reacties op kreeg als ‘Je hebt geen idee hoe jouw regels me steunen’, wist ik dat dít nu precies was wat ik wilde. Ik wil mensen met mijn website, trainingen en lezingen inspireren hoe je kunt omgaan met rouw en verlies en hoe je je leven uiteindelijk weer het cijfer 9 kunt geven, in plaats van alleen maar te klagen over wat jou allemaal overkomen is. Daarvoor moet je keuzes maken. De dood van Stefan zal ik nooit verwerken. ‘Verwerken’, dat doe je met vlees, maar verlies integreer je. Stefan blijft altijd deel uitmaken van mijn leven. Het gebeuren heeft me veranderd. Ik ben minder een pleaser geworden. Ik ben ook niet meer snel chagrijnig. Dat is zó zinloos. Maar ik ben het nog wel af en toe hoor’, bekent ze grijnzend. ‘Geluk zit niet in grootse en dure spullen of vakanties, maar in heel kleine dingetjes. En die moet je koesteren.’

Datum: 29 januari 2024