Marianne-vos

Marianne Vos: ‘Ik was niet bezig met leven, maar met overleven’

‘Jandries lag bewusteloos op de bodem van de boot. Wás hij wel bewusteloos? Of was deze overval hem fataal geworden? Zijn revalidatieproces vanwege een aantal hartinfarcten lag uiteindelijk nog maar net achter hem. Erhard stribbelde tegen en werd aan zijn been de boot in gesleurd terwijl ze hem schopten en met de loop van hun kalasjnikovs tussen zijn ribben stootten. In no time voeren we keihard weg, terwijl de mannen om zich heen schoten. Dit was fout. Dit was heel erg fout.’

Geweldige kans

Als zzp’er met een eigen bureau in redactionele communicatie werd Marianne Vos in 2013 door Erhard Leffers, een goede kennis uit haar netwerk, gevraagd om samen met hem een magazine te maken over de problematiek rondom de olievervuiling in de Nigerdelta. ‘Hij was hierover benaderd door de Nigeriaan Sunny Ofehe. Erhard zou de opmaak en druk gaan verzorgen, terwijl ik de teksten voor mijn rekening nam. Wat een geweldige kans! Het eindresultaat was een prachtig magazine. Sunny wilde met ons naar Nigeria om het magazine daar te promoten. Hij had op eerdere reizen al eens Nederlandse politici en mensen van Milieudefensie meegenomen. Het leek dan ook veilig en we zijn meegegaan; een waanzinnige ervaring!’

Afleiding

Toen het volgende nummer uitkwam, werden Marianne en Erhard opnieuw door Sunny uitgenodigd. ‘Dit keer zouden we samen met een Nigeriaanse cameraman en Jandries Groenendijk, een Nederlandse documentairemaker, de Nigerdelta ingaan’, vertelt Marianne verder. ‘Op dat moment ging het thuis allemaal niet zo lekker. Mijn man en ik hadden besloten om uit elkaar te gaan. Deze trip kwam voor mij dan ook als een welkome afleiding. Ik wist dat de rebellenbeweging MEND in het verleden actief was in het gebied waar we heen zouden gaan, maar Sunny bezwoer ons dat het veilig was, dus we gingen.’

Nigerdelta

‘Het was zondag 4 mei 2014. We voeren uren en bezochten enkele dorpjes. In elk dorpje werden we feestelijk ontvangen. Het was triest om te zien dat er niks was terechtgekomen van de beloften van de oliemaatschappijen. Nergens waren schoonwatervoorzieningen en in het ziekenhuis dat was gebouwd, was slechts één keer per twee weken een arts aanwezig.’

Achtervolgd

Op de terugweg kwam opeens een speedbootje met acht gemaskerde mannen heel hard op ons af varen. Met hun kalasjnikovs schoten ze in het water om ons heen. Hun bootje kwam naast de onze te liggen. ‘We want the white people’, werd er geschreeuwd. In een paar tellen werden we de boot in gesleurd. Onze spullen volgden en weg waren we. Het ging allemaal heel snel.’

Angstige tocht

‘De mannen, of eigenlijk waren het nog maar jongens, zeiden dat we op de bodem van de boot moesten gaan liggen. We voeren onwaarschijnlijk hard en het duurde eindeloos. Eén van de jongens leek erg geïnteresseerd in mij. ‘Hey mum, I like you’, zei hij met een angstaanjagende blik in zijn ogen.’ Na een angstige tocht, het was inmiddels helemaal donker, kwamen ze uiteindelijk bij een aanlegsteiger. ‘Het was in the middle of nowhere. We zagen twee primitieve hutjes, gebouwd van golfplaten en palmtakken. Jandries was inmiddels weer bij kennis. We werden één van die hutjes in geduwd. De sfeer was vijandig. We werden onder schot gehouden en mochten niet met elkaar praten. Toen ik even met mijn hoofd in mijn handen zat, dacht onze bewaker dat ik huilde. ‘When you cry, I’m gonna shoot your head off’, werd me toegebeten.

Kamertje

De hoek van het hutje was afgeschermd met twee dunne wandjes. ‘Dat ‘kamertje’ was voor ons. In de opening naar de rest van de hut zat continu een bewaker. Ondanks de primitieve omgeving hingen er wel moderne plasma-tv’s aan de wanden. Dag en nacht hoorden we de generator buiten brommen, was het licht aan en keken onze ontvoerders naar gewelddadige films en Nigeriaanse soaps. Ze waren luidruchtig en gebruikten continu alcohol en drugs.’

Ondervraagd

Marianne kijkt voor zich uit terwijl ze vertelt. Het klinkt soms bijna alsof het over iemand anders gaat, alsof ze hier zelf niet bij betrokken was, maar haar ogen vertellen een ander verhaal. ‘De volgende dag werden we continu ondervraagd. Ze zagen ons aan voor werknemers van de oliemaatschappij en dachten een flinke smak losgeld voor ons te kunnen vragen. Na een paar dagen leken ze te geloven dat we juist hier waren om hun situatie kenbaar te maken aan de rest van de wereld en werd de stemming iets minder vijandig.’

Doodsangst

‘We hadden intussen onze tassen teruggekregen, alleen zaten er geen kostbare spullen en telefoons meer in. We mochten nu wel met elkaar praten en bereidden ons erop voor dat het wel eens een ellenlang traject zou kunnen gaan worden. Over het thuisfront spraken we niet. Dat was te confronterend.’

Blaren

‘Die tweede nacht waren de ontvoerders erg rumoerig. ‘Ze waren duidelijk onder invloed en ze hadden het over mij! ‘Get the condoms en get her out’, hoorde ik de jongen roepen die me op de boot zo raar had aangekeken. Ik was doodsbang en heb de blaren op mijn tong gebeden. Ik bleef weigeren om uit ons kamertje te komen en uiteindelijk week het gevaar, maar vanaf dat moment durfde ik niet meer naar buiten te gaan om te plassen. Ik wilde voor geen goud met één van deze jongens alleen zijn.’

Uitzichtloos

‘Er zat nog een plastic waterflesje in mijn tas. Met mijn tanden heb ik de bovenkant eraf gebeten. Wanneer Jandries naar buiten ging om te plassen, werd er even niet op mij gelet en kon ik mijn behoefte in het flesje doen, waarna Erhard, die naast de muur lag, het flesje door een kier in de wand kon legen. De angst die ik sinds die nacht voelde, tastte mijn hele wezen aan. Het is niet te bevatten wat een ander je op zo’n manier kan aandoen’, klinkt het geëmotioneerd. De dagen regen zich aaneen zonder dat er verandering in de situatie kwam. ‘Dat uitzichtloze en de wetenschap dat dit nog heel lang zou kunnen gaan duren, zorgden voor een hoop angst en stress.’

Weer vrij

‘En toen opeens, op zaterdagmorgen, werd er gemeld dat ze gingen bellen. Jandries moest met hen mee. Met z’n tweeën achterblijven voelde niet fijn. Gingen ze echt bellen of … Gelukkig kwamen ze terug. We hoorden van Jandries dat er inderdaad een telefoongesprek was gevoerd. We zijn er nooit achter gekomen of er losgeld voor ons is betaald, maar de ontvoerders waren in een opperbeste stemming en zeiden dat ze ons de volgende dag zouden vrijlaten. Maar nog diezelfde middag bleken de plannen ineens veranderd. ‘Pack your things, you’re going home.’

Weg varen

‘Op de aanlegsteiger stonden onze ontvoerders allemaal op een rijtje, hun kalasjnikovs in de hand. Het leek wel alsof ze er stonden om ons uit te zwaaien. We stapten in de boot en een paar van de mannen gingen mee. Eén jong gastje bestuurde de boot. In zijn ene hand het roer, in de andere een fles Jack Daniel’s. Met een noodgang stuiterde het bootje over het water. Het schoot door mijn hoofd dat het wel heel bizar zou zijn dat we nu, na de verschrikkingen van afgelopen week overleefd te hebben, door hem te pletter zouden varen.’

Gespannen

‘Ik durfde nog steeds niet te hopen dat we zouden worden vrijgelaten. Misschien werden we wel afgeschoten. Onze ontvoerders leken net zo gespannen als wij. Maar eindelijk, zaterdagavond om tien uur, zetten we voet aan land en werden we opgevangen in het politiebureau. Daar hoorden we dat Sunny en de cameraman ook door de rebellen waren ontvoerd, maar zij waren na een dag weer vrijgelaten. Met Sunny hebben we nooit meer contact gehad. Pas de volgende dag, nadat alle onderzoeken en formaliteiten waren afgewikkeld, en toen het vliegtuig waarmee we terug zouden gaan loskwam van de grond, voelde ik me voor het eerst weer veilig. We gingen naar huis!’

Hulp

Eenmaal thuis moest Marianne meteen in een andere overlevingsstand. ‘Er was immers nog een scheiding die afgehandeld moest worden. Dat eerste halfjaar stopte ik mijn emoties weg, maar dat eiste wel zijn tol. Ik werd depressief, had totaal geen energie en mijn gevoel vlakte helemaal af. Ik was niet bezig met leven, maar met óverleven. Ik zocht hulp en volgde verschillende therapieën, maar wat ik had meegemaakt, was te complex. Niemand leek me echt te kunnen helpen. Uiteindelijk ben ik bij Stichting Centrum ’45 in Diemen terechtgekomen. Pas daar had ik het gevoel dat ze echt begrepen wat ik had meegemaakt. Daar heb ik geleerd om mijn emoties te ondergaan.’

Meeveren

‘Wat ik meegemaakt heb, was onwaarschijnlijk angstig. Ook de periode erna was zeer heftig, maar gelukkig heb ik het tussen mijn oren nu weer aardig op de rit. Ik kan van dingen genieten en mijn energie komt terug, al heb ik nog niet veel reserves. Het klinkt misschien raar, maar ik denk dat mijn leven nu rijker is dan voorheen. Ik heb leren luisteren naar mezelf, durf meer te voelen en heb een grote veerkracht in mezelf ontdekt. Ik weet dat ik een boel aankan. Ik heb geleerd om mee te bewegen. Ook met moeilijke dingen, want ik weet dat het uiteindelijk overgaat. Er komt altijd een oplossing.’

Datum: 31 mei 2018