Marjan: ‘Van paradijselijk sprookje naar gruwelijke nachtmerrie.’
Eerste vakantie samen
Drie weken naar Indonesië: onze eerste vakantie samen. Het begon allemaal heel idyllisch en we genoten volop van de omgeving en van elkaar. Veel gezien en ook de kleine Soenda-eilanden, en dan met name Komodo met haar imposante varanen, stonden op het programma. Voor ons geen 30 uur durende reis over land, maar een vierdaagse boottocht.
Vlak voordat we aan boord gingen, hoorden we dat we ook een oversteek van 16 uur over open zee zouden maken. Minder leuk, maar ik had gelukkig pilletjes tegen zeeziekte meegenomen.
Zeeziek
Het reisgezelschap bestond uit 25 personen: 20 toeristen, een Engelssprekende gids en vier bemanningsleden. Op open zee werden de golven steeds hoger. Veel medereizigers werden zeeziek en trokken zich terug in hun hut. Uiteindelijk zijn wij ook naar onze kajuit gegaan. Inmiddels flink beroerd bracht ik die nacht half slapend, half wakend door.
Dit was de meest verschrikkelijke nacht van mijn leven. En één ding wist ik zeker: dit wilde ik nooit meer meemaken.
Schipbreuk
Een paar uur later bleek dat het allemaal nog veel erger kon: de machinekamer stond vol water. Samen met de andere toeristen verzamelden we ons op het voordek. De bemanning had zich teruggetrokken op de achtersteven en bemoeide zich niet met ons. Onze gids vertelde dat er geen radio aan boord was en mobiele telefoons hadden geen bereik zo ver uit de kust. Geen verbinding en geen noodsignaal dus.
Paniek brak uit. We zaten op een zinkend schip op open zee tussen metershoge golven en het was pikdonker. Niet veel later werden we door een metershoge golf allemaal overboord geslagen. De nacht ging tergend langzaam voorbij. Toen de zon opkwam, zagen we dat alleen de achtersteven nog boven water uitstak. Verschillende mensen hebben de gok gewaagd en zijn naar een eiland in de verte gezwommen. Van twee van hen is nooit meer wat vernomen.
Spannende uren
Er volgden spannende uren. Uren waarin tweemaal een groepje zwemmers werd opgepikt, uren waarin ruzie gemaakt werd met de Indonesische crew, uren waarin de dag langzaam weer overging in de nacht. En toen zagen we in de verte een schip. We hebben gegild en geschreeuwd, maar tevergeefs.
Vreselijk, dat was een ontzettend moeilijk moment. En dan wordt het moeilijk om de hoop niet op te geven. We raakten steeds meer vermoeid en verzwakt en hadden vreselijke dorst. Maar toch had de nacht ook iets sprookjesachtig moois. Een prachtige sterrenhemel en kleine lichtgevende algjes in het water. Als ik dan toch dood moest gaan, was dit het ultieme moment om te sterven.
Gered
Zelf heb ik al die tijd gevochten. Af en toe hallucineerde ik, zag ik langsdrijvende kopjes koffie. Maar ik weigerde om op te geven. In mijn achterhoofd realiseerde ik me dat de kans heel groot was dat ik hier dood zou gaan. Sommigen van ons waren er echt heel slecht aan toe. En opnieuw ging de zon onder.
Met mijn laatste krachten ben ik gaan zwemmen. Voorop, om de richting aan te geven. Toen ik opkeek, zag ik twee boten. Hallucineerde ik? Nee, ze kwamen recht op ons af. Twee vissersboten, waar we aan boord werden gehesen. We slaakten oerkreten van geluk. We kregen water en er werden noedels klaargemaakt. We waren gered.
Voorgoed veranderd
Deze nachtmerrie ligt alweer bijna drie jaar achter Marjan, maar toch heeft het haar voorgoed veranderd. Ik kon niet meer slapen, zag elke keer die beelden weer voor me. Uiteindelijk ben ik bij een traumapsycholoog terecht gekomen en heb EMDR gevolgd. De EMDR heeft me geholpen alles een plek te geven.
Hoe gek het ook klikt: de schipbreuk heeft ons ook veel positieve dingen gebracht. Het is goed geweest voor onze relatie, heeft ons veel dichter bij elkaar gebracht. Wilbert heeft er een boek over geschreven: ‘Schipbreuk in het paradijs’. En we hebben er dierbare vriendschappen aan overgehouden. Het heeft ons geleerd om te leven in het nu, te genieten en geen dingen meer uit te stellen.
-
‘We werden naar binnen geloodst door een medewerkster van de Nederlandse ambassade in Syrië, maar nog steeds waren we bang, want onze vader was ook daarbinnen. Ze bracht Ammar en mij naar beneden, naar een kleine kamer, een soort mini-cel, en drukte ons op het hart heel stil te zijn.
-
Het was 12 juli 2014. Janke en haar vriend Stefan Regalo Eggermont en hun 2-jarige zoontje Ruy waren pas terug van vakantie. ‘We hadden gebarbecued.
-
De muren van Suzans huis hangen vol met prachtige foto’s van warm gezinsgeluk. Vader, moeder en zoon die zich vol liefde en verwondering buigen over een pasgeboren meisje. De stralende lach van een levenslustig jongetje op verschillende momenten in zijn jonge leven.
-
‘Als je eenmaal een psychiatrische aandoening op je ‘cv’ hebt staan, heb je meteen een stigma’, weet Mirte als geen ander. ‘Dat was jaren geleden, toen mijn oma een psychische aandoening had, al zo.
-
‘Ik voelde me mat. Leeg. Er zat helemaal geen leven meer in. Alles was donker en grauw.
-
Over de handelingen die ze tegen haar wil moest ondergaan, wil ze niet in detail treden. Maar de onzichtbare littekens die de gevolgen van het seksuele misbruik achterlieten, zijn af en toe bijna tastbaar.
-
Nina Blom kan inmiddels met gepaste trots naar de camerabeelden uit haar jeugd kijken. ‘De eerste keer dat ik keek naar die opnames, die we tegenwoordig in een reconstructiefilm met onze stichting gebruiken bij trainingen, kwam dat enorm binnen.
-
‘Vrouwen die dezelfde complicaties krijgen als ik, overlijden meestal. Eén van de artsen van de intensive care, waar ik 63 dagen gelegen heb, heeft me op een gegeven moment zelfs gevraagd, terwijl er een traan over zijn wang rolde, of ze er goed aan hebben gedaan om me in leven te houden.
-
‘Niet lang nadat Kasper en Denice waren vertrokken om mijn schoonvader bij zijn gestrande auto op te pikken, hoorde ik enorm veel sirenes van hulpdiensten. Ze klonken heel dichtbij.
-
‘Tijdens een personeelsfeestje van zijn werk kregen we ruzie. De reden was dat hij vond dat ik te lang met een andere man had staan praten. Hij ging helemaal door het lint.