scopie

Scopie-onderzoeken in een gastvrije omgeving

Scopie-onderzoeken zijn voor niemand prettig. Veel patiënten zijn zenuwachtig en zien op tegen de behandeling. Daarom vindt Franciscus Gasthuis & Vlietland het belangrijk om patiënten te behandelen in een rustgevende sfeer. Dat gebeurt in het gloednieuwe Scopiecentrum in Franciscus Vlietland (Schiedam), waar gastvrijheid en ontspanning centraal staan.

‘Endoscopie’ betekent letterlijk ‘binnenkijken’. Dit gebeurt met een endoscoop, een dunne flexibele slang met een heel kleine camera ingebouwd in het uiteinde. De scoop wordt meestal via de anus of door de mond in het maag-darmkanaal gebracht. Zo onderzoekt de arts bijvoorbeeld de dikke darm. Als er afwijkingen te zien zijn, kan er wat weefsel worden afgenomen voor verder onderzoek.

Rustgevende omgeving voor de patiënt

Ivonne Leeuwenburgh is maag-, darm- & leverarts en onderzoekt patiënten in het gloednieuwe Scopiecentrum in Schiedam. Dokter Leeuwenburgh: ‘Veel patiënten zijn zenuwachtig als ze hier binnenkomen en zien op tegen de behandeling. Daarom hebben wij het Scopiecentrum zó ingericht, dat mensen zich wat meer op hun gemak voelen.’ Het centrum oogt rustgevend door de zachte kleuren in het interieur. Ook is er sfeerverlichting langs de muren, waardoor de wachtkamer een huiselijk gevoel geeft. Op de behandelkamers is er speciaal licht aanwezig, met bijzondere voordelen. Het licht is zodanig in te stellen dat het kalmerend werkt voor patiënten, maar de kleur zorgt er tegelijkertijd voor dat de arts nog meer kan zien tijdens het onderzoek.

Alles binnen 1 centrum

In het Scopiecentrum zijn er 5 ruime behandelkamers met de nieuwste apparatuur en laatste technieken. Ook is er een uitslaapkamer waar patiënten rustig kunnen bijkomen van een onderzoek. Omdat alle zorg zich op 1 plek bevindt, is de behandeling veel patiëntvriendelijker. Van ontvangst tot aan het uitslapen, overal ervaar je dezelfde rust en sfeer. Dokter Leeuwenburgh: ‘In het nieuwe Scopiecentrum doen wij alles op 1 plek. Dat betekent dat wij ook gespecialiseerde verpleegkundigen inzetten om patiënten voor te bereiden op het onderzoek en die zich richten op de nazorg.’

Het centrum oogt rustgevend door de zachte kleuren in het interieur

‘Eigenlijk kun je het niet beter hebben’

Ze had er als een berg tegenop gezien. Maar toen het kijkonderzoek in haar slokdarm eenmaal achter de rug was, overheerste de opluchting. Mevrouw Vermoolen was 1 van de eerste patiënten die naar het nieuwe Scopiecentrum kwamen. ‘Ik heb veel last van reflux; vooral ’s nachts. Dan komt er brandend zuur uit mijn slokdarm omhoog. Ik was ook ontzettend bang vanwege een verhoogde kans op slokdarmkanker.’ Uiteindelijk wist dokter Leeuwenburgh haar te overtuigen van de noodzaak van een kijkonderzoek.
Dus meldde mevrouw Vermoolen zich op een maandagmiddag in november met haar man bij het Scopiecentrum, dat toen net een dag of 2 open was. Vermoolen: ‘De ontvangstruimte was helemaal geweldig. Een mooie, moderne ruimte. Heel rustgevend met prettige verlichting. Ruim opgezet en grote tafel met stoelen er omheen.’

Keuzemenu

Lang duurde het wachten niet. Al snel werd mevrouw Vermoolen naar de dagunit begeleid. Daar kreeg ze een bed toegewezen en kastje om haar spullen in te bewaren. Vermoolen: ‘Ik mocht mijn kleren aanhouden en zelfs mijn schoenen. Maar die heb ik uitgedaan, want dat voelde comfortabeler. Ik kreeg een dekentje en er kwam iemand met een menulijst waarop ik kon aankruisen wat ik na het onderzoek wilde eten. Fantastisch vond ik dat: er was zoveel keuze.’

Vanuit de dagunit werd mevrouw Vermoolen in bed naar de behandelkamer gereden. Een kort ritje, want in het nieuwe Scopiecentrum zijn de afstanden klein. Wel zo prettig voor mensen om niet op een bed het hele ziekenhuis door te moeten. Vermoolen: ‘Toen ze mij kwamen ophalen, wist ik: nu kan ik niet meer terug. Het moet maar.’

Goede band

In de behandelkamer werd ze opgewacht door de endoscopieverpleegkundige en dokter Leeuwenburgh. Dat juist haar arts, met wie ze een goede band heeft, het onderzoek uitvoerde, was voor mevrouw Vermoolen een hele geruststelling. Vermoolen: ‘Ik wist dat ik bij haar in goede handen was. Ze stelde mij op mijn gemak: ‘Wees maar kalm. Het komt allemaal goed. Ik blijf bij je.’ Op dat moment dacht ik: ‘Eigenlijk kun je het niet beter hebben.’

Blij

Een kwartier later, toen het onderzoek erop zat, werd mevrouw Vermoolen teruggereden naar de dagunit. ‘Ik had nergens last van,’ vertelt ze. ‘Geen pijn bij het slikken. De bestelde boterham en kop koffie smaakten haar meer dan goed. Op het behandelformulier dat op haar bed lag, kon ze aflezen wat er precies gedaan was tijdens het onderzoek. Dokter Leeuwenburgh kon haar alvast 1 goede uitslag geven: met de slokdarm is niets aan de hand. Een last viel van mevrouw Vermoolen af: ‘Ik was zó opgelucht, want slokdarmkanker was mijn grootste angst. Ik ben blij dat ik toch heb doorgezet. Achteraf dan; niet vooraf.’

Datum: 19 december 2022