Dominique-van-den-Berg

Dominique van den Berg: ‘‘Je kunt nú nog terug’, schoot het door me heen.’

Die dag, 26 december 2004, zal Dominique nooit vergeten. ‘Ik kan er inmiddels gewoon over praten. Het beïnvloedt mijn dagelijks leven niet meer, al krijg ik nog wel steeds kippenvel als ik eraan terugdenk’, zegt ze terwijl ze over haar armen wrijft, waarop inderdaad kleine haartjes recht overeind staan. ‘Een jaar voor de tsunami heb ik, samen met een vriendin, een halfjaar door Thailand getrokken. Tijdens die reis ben ik helemaal verliefd geworden op Koh Phi Phi. Het eiland deed wat met me en we raakten bevriend met de mensen die daar woonden. Eenmaal terug in Nederland besloot ik hard te gaan sparen, zodat ik in de winter opnieuw naar Koh Phi Phi kon gaan.’

Voorgevoel

In november 2004 ging Dominique terug. ‘Bij het boarden kreeg ik ineens een heel onheilspellend gevoel. ‘Je kunt nú nog terug’, schoot het door me heen. Ik negeerde die gedachten en vervolgde mijn reis. Eenmaal op de plaats van bestemming voelde ik me in het begin erg rot, maar al snel had ik mijn draai weer gevonden. Ik zocht mijn Thaise vrienden op, ging lekker sporten, had het naar mijn zin en verheugde me op de komst van de vriendin waarmee ik eerder door Thailand had getrokken. Samen met haar vriend, zijn neef, haar ouders en zusje zou ze in december voor een maand naar het eiland komen. Ik had al een paar kamers voor hen gereserveerd in het guesthouse waar ik zelf ook een kamer huurde. Het waren eenvoudige kamers, gemaakt van triplex en golfplaten, maar goed genoeg voor een tijdelijk verblijf.’ Toen haar Nederlandse vrienden een maand later kwamen en de kamers zagen, sloegen zij het aanbod af, omdat ze het niks vonden. ‘Ze besloten drie kamers te huren in een stenen guesthouse 20 meter verderop. Achteraf is dat hun redding geweest.’

Berusting

‘Met z’n zevenen hebben we een paar gezellige dagen gehad. Op eerste kerstdag hebben we heerlijk gegeten en er waren cadeautjes voor iedereen. Later zijn we zelfs nog uit geweest. Op de een of andere manier waren we de volgende ochtend niet, volgens onze gewoonte, al vroeg op het strand te vinden. De moeder van mijn vriendin wilde wel gaan, maar omdat ze hoofdpijn had, kroop ze toch maar weer in bed. Ondanks dat het al 10.30 uur was, sliep ik nog. Van harde geluiden word ik nooit wakker, maar waar ik wel wakker van werd, waren trillingen. Pas toen hoorde ik het lawaai. Het was alsof ik in de motor van een vliegtuig zat. Ik stapte uit bed en schoof het gordijn opzij. Beneden op straat zag ik twee Thaise mannen rennen voor hun leven. Toen ik keek in de richting waar ze vandaan kwamen, zag ik een 3 meter hoge golf door het smalle straatje aan komen rollen. Mijn hoofd snapte niet wat ik zag, maar mijn lichaam reageerde in een reflex. Er ging maar één ding door me heen: ik moest mijn paspoort pakken! Op datzelfde moment golfde het water met grote kracht mijn kamer binnen en lukte het me niet om bij mijn paspoort te komen. Tot drie keer toe werd ik teruggeslagen door het water. Ik liet mijn paspoort voor wat het was en ben op het hoogste object geklommen dat in mijn kamer te vinden was: de toiletpot. Al snel stond het water zó hoog dat mijn voeten loskwamen van de wc. Door me vast te houden aan het wandje tussen mijn bed en de douche, kon ik nog lucht happen in de 30 centimeter tussen het water en het plafond. Het was slechts een kwestie van seconden totdat ook dát niet meer kon. Ik ben gelovig en draag altijd een ketting met een kruisje om mijn hals. Ik pakte mijn kruisje vast, sloot mijn ogen en begon te bidden. Dit was het dan. Ik zou sterven en daar berustte ik in.’

Doodstil

Ineens realiseerde Dominique zich dat het water niet langer steeg. Sterker nog: het waterpeil zakte! Ze waadde terug naar het raam en zag vreemd genoeg het strand, dat 200 meter verderop lag. ‘Vlak daarvoor was dat stuk nog helemaal volgebouwd en nu was alles weg! Ik zag mijn vriendin op het balkon voor haar appartement staan. We keken naar elkaar en ik zag ook bij haar de verwarring in haar ogen. Wat was er gebeurd? Opnieuw klonk er geschreeuw. Er kwam een nieuwe golf. Snel nam ik mijn positie op de wc-pot weer in, maar gelukkig was de tweede golf minder hoog. Daarna werd het doodstil. De deur van mijn kamer was weggeslagen, evenals de galerij ervoor. Beneden was het een enorme ravage. Ik kon én durfde mijn kamer niet te verlaten, omdat er voor de deuropening een paar dikke elektriciteitskabels hingen. Ik ben om hulp gaan roepen, maar er was niemand meer. Ook mijn vrienden leken weg te zijn. Ik ging ervan uit dat zij via een deur aan de andere kant van het gebouw de bergen in waren gevlucht.’

In shock

Na drie kwartier werd Dominique gered door een Thaise man die toevallig langskwam. ‘Hij heeft de kabels aan de kant geduwd en me geholpen uit mijn kamer te klimmen. Beneden, tussen het puin, zag ik lijken liggen. De Thaise man heeft me eroverheen getrokken en meegenomen naar een berg. Op veilige hoogte heeft hij me ergens neergezet en verdween weer, nadat hij een dikke, blauwe deken om mijn schouders had geslagen. Ik was helemaal in shock en kon zelfs niet meer nadenken. Het was 30 graden, maar ik had het ijskoud en zat te rillen onder mijn deken. Hoe lang ik zo gezeten heb, weet ik niet, maar langzamerhand werd ik weer ‘wakker’. Ik zag een meisje met een telefoon in haar hand en vroeg of ik die even mocht gebruiken. Snel belde ik mijn moeder in Nederland, waar het op dat moment nog heel vroeg was: ‘Mam, ik weet niet wat er gebeurd is, maar ik ben oké. Zet CNN aan.’ Ik besloot dat ik op zoek moest gaan naar mijn vrienden. Misschien waren ze wel naar het ‘viewpoint’ gegaan, een uitkijkpost op een andere, hogere heuvel. Ik sloot me aan bij jonge mensen uit Zweden en Denemarken die ook naar het viewpoint wilden gaan. Er waren geruchten dat er nog meer schokken zouden komen, dus hoe eerder we daar waren, hoe beter. Maar daarvoor moesten we eerst afdalen over het puin en de lijken. Ik moest bijna overgeven van de zenuwen toen ik bedacht dat ik weer een stuk over de begane grond moest lopen. Wat als er net op dát moment weer een golf kwam? De tocht naar beneden was afschuwelijk. Ik werd gedwongen om naar de grond te kijken, zodat ik niet op een lijk zou stappen. Er lagen zoveel mensen. Lichamen van kinderen, jonge mensen, ouderen. Waarom leefde ik nog en zij niet? Door de hitte begonnen hun lichamen al op te zwellen. De stank was ondraaglijk. Net als veel anderen heb ik een reep van mijn T-shirt afgescheurd en voor mijn mond en neus gebonden, zodat de geur een beetje gefilterd werd.’

Viewpoint

Uiteindelijk bereikte Dominique het viewpoint, maar trof daar haar vrienden niet aan. ‘Die middag ben ik drie of vier keer weer naar beneden gelopen in de hoop hen te vinden. En bij de laatste keer, het begon al donker te worden, kwamen ze eraan. Het weerzien was euforisch en mensen om ons heen begonnen te klappen. Samen zijn we naar het viewpoint gelopen waar we de hele nacht zijn gebleven.’

Evacuatie

De 4000 toeristen die geëvacueerd moesten worden, zouden beneden bij de pier met boten worden opgehaald. Zwaargewonden werden per helikopter afgevoerd. Zowel beneden als op de berg waren heliplatforms gemaakt. ‘Wij hebben drie keer een poging gedaan om naar de pier af te dalen, maar drie keer werden we gewaarschuwd door Thaise mensen dat het te gevaarlijk was. Het leek net of we in een soort oorlogsgebied zaten. De moeder van mijn vriendin vroeg aan één van de verpleegkundigen of wij ook met een helikopter mee mochten en bij één van de laatste vluchten die er gemaakt werden, was er nog ruimte over voor ons. Toen we opstegen en ik die ravage onder me zag, ging er van alles door me heen. Ik vond het vreselijk om al die mensen met die puinzooi achter te laten. En hoe zou het met onze Thaise vrienden zijn? We zijn in Krabi geland, waar we voor het eerst tv-beelden zagen. Pas toen realiseerden we ons de omvang van de ramp waaraan we ontsnapt waren. Eén op de drie mensen bleek te zijn omgekomen en wij waren alle zeven gespaard gebleven! Dat voelde heel dubbel: aan de ene kant was ik zó blij dat we het allemaal overleefd hadden, maar aan de andere kant voelde ik me schuldig tegenover allen die dat geluk niet hadden gehad.’

Weer thuis

‘Hoe hard het land ook getroffen was, het logistieke proces om mensen te helpen, kwam heel snel op gang. Dat was echt geweldig! Alles was perfect georganiseerd en drie dagen na de tsunami waren we weer terug in Nederland. Als één van de eersten overigens. Dankzij die helikoptervlucht. Nadat ik drie dagen non-stop op adrenaline had geleefd, voelde de stilte thuis bij mijn ouders vreselijk. Die eerste nacht heb ik heel onrustig geslapen. In mijn hoofd was het aan de ene kant een warboel en aan de andere kant helemaal blanco. Na een week ging ik maar weer aan het werk. Ik werd verteerd door schuldgevoel, omdat ik veilig thuis was en al die mensen in de chaos had achtergelaten. Ik huilde veel. Hulp heb ik eigenlijk helemaal niet gehad: slachtofferhulp of therapie werd ons niet aangeboden. Iemand raadde me aan om alles op te schrijven. Dat ging prima, totdat ik het moment wilde beschrijven dat het water mijn kamer binnenkwam. Dat ging niet; dat was te heftig. Drieënhalve maand heb ik zo doorgeleefd en toen ontmoette ik mijn man. Dat is echt mijn redding geweest. Die hevige verliefdheid verdreef mijn herinneringen aan de tsunami naar de achtergrond en ik leefde weer helemaal op.’

Keuze

Ondanks alles wat er gebeurd was op Koh Phi Phi bleef het eiland, waar Dominique ooit voor gevallen was, toch trekken. ‘Ik had twee keuzes: óf ik ging op zoek naar een andere vakantiebestemming óf ik zette me over mijn angst heen. Ik heb voor de laatste optie gekozen en daar ben ik nog steeds blij om. Drie jaar na de tsunami ben ik, dit keer samen met mijn man, weer naar Thailand gegaan, waar we ook drie nachten op Koh Phi Phi zouden verblijven. Zodra ik voet op het eiland zette, had ik al spijt dat we niet langer zouden blijven. Koh Phi Phi doet iets met me. Alles valt daar van me af. Het is voor mij de mooiste plek op aarde en we gaan er elk jaar naartoe. We hebben nog steeds contact met onze Thaise vrienden.’

Boek

Toch gingen er tien jaren overheen, voordat Dominique de verschrikkingen van de tsunami écht verwerkt had. ‘Opnieuw wilde ik alles opschrijven en opnieuw stopte het op hetzelfde punt als de vorige keer. Ik had niet verwacht dat dat na tien jaar nog steeds zo moeilijk was. Dit keer heb ik doorgezet. Tijdens het schrijven heb ik veel gehuild. Ik doorleefde alles weer. Het stuk waarop het water mijn kamer binnenkwam, was het heftigst. Maar toen dat eenmaal op papier stond, kon ik verder. Het werd een heel boekwerk en ik heb het uiteindelijk uitgegeven: ‘De dag die ik niet vergeten kan’. Het schrijven is heel goed voor mijn verwerking geweest. De tsunami beïnvloedt sindsdien mijn leven niet meer, maar ik besef wel dat het allemaal heel anders had kunnen aflopen. Want wát als mijn vrienden tóch de kamers hadden genomen die ik had gereserveerd? Dan hadden degenen die een kamer op de begane grond hadden gehad het beslist niet overleefd. Nu hebben ze alleen natte voeten gehad. Wát als de moeder van mijn vriendin geen hoofdpijn had gehad en vroeg naar het strand was gegaan zoals ze in eerste instantie van plan was? Dan was ze waarschijnlijk verrast door het water en wist niemand waar ze was gebleven. Wát als we allemaal vroeg naar het strand waren gegaan zoals we de andere dagen ook deden? Dan waren we geen van allen teruggekomen. Er gaat geen dag voorbij dat dat niet door mijn hoofd spookt. Het heeft me gevormd tot de persoon die ik ben, hoe ik nu in het leven sta. Ik ben dankbaar dat ik er nog ben en wil van elke dag het beste maken. Ik leef in het nu en kijk niet te ver vooruit. Het kan ineens afgelopen zijn. Die kwetsbaarheid maakt me aan de ene kant bang, maar geeft me ook de kracht om alles uit het leven te halen. Ik geloof dat je krijgt wat je aankunt. Het heeft gewoon zo moeten zijn dat dit op mijn pad kwam. Het leven is dan wel niet altijd gemakkelijk, maar absoluut de moeite waard.’

Datum: 24 juli 2019