kinderopvang

Dit zijn de veranderingen in de kinderopvang

Per 1 januari 2019 zijn de kwaliteitseisen voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang gewijzigd. Deze eisen vallen onder de wet IKK. De wijzigingen verbeteren de kwaliteit en de toegankelijkheid van de kinderopvang. Er komt bijvoorbeeld meer aandacht voor de ontwikkeling van je kind en alle kinderen krijgen een mentor. Wat moet je als ouder weten over de veranderingen?

Wat kun je verwachten?

De invloed van de maatregelen op de kosten verschilt per kinderopvangorganisatie. Dat is afhankelijk van de huidige werkwijze van de organisatie en de uitwerking van de kwaliteitseisen in de nieuwe situatie. Het is mogelijk dat de prijs van de opvang voor ouders wijzigt. De oudercommissie adviseert over de door de kinderopvangorganisatie voorgestelde wijzigingen en ook over de daarmee voorgestelde prijs. Het landelijk vastgestelde maximumuurtarief verandert ook door de gewijzigde kwaliteitseisen.

Gewijzigde kwaliteitseisen per thema

De Wet IKK bestaat uit vier thema’s waar gewijzigde kwaliteitseisen aan gekoppeld zijn. Hierna staan de belangrijkste wijzigingen per thema opgesomd.

Thema 1: De ontwikkeling van het kind staat centraal

Veranderingen wat betreft de ontwikkeling en stimulatie van de kinderen:

  • In de Wet IKK staat wat verantwoorde kinderopvang is. De verandering is dat de pedagogische kwaliteit uitgebreider en nadrukkelijker staat omschreven.
  • De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd en gestimuleerd. Bij kinderen die van de dagopvang naar de basisschool en de buitenschoolse opvang (bso) gaan, wordt ook informatie overgedragen over de ontwikkeling van het kind. Uiteraard pas nadat jij als ouder daar schriftelijk toestemming voor hebt gegeven.
  • Elk kind in de dagopvang en buitenschoolse opvang krijgt een mentor. De mentor bespreekt de ontwikkeling van jouw kind met jou. Heb je vragen over de ontwikkeling of welzijn van jouw kind? Deze kun je stellen aan de mentor. Je wordt ervan op de hoogte gebracht wie de mentor is voor jouw kind en oudere kinderen wordt ook verteld wie hun mentor is.

Thema 2: Veiligheid en gezondheid

Wijzigingen wat de veiligheid en gezondheid van de kinderen betreft:

  • De kinderopvangorganisatie heeft vanaf nu een veiligheids- en gezondheidsbeleid, dat past bij de activiteiten, locatie en inrichting van de kinderopvang. Wil je als ouder dit beleid inzien? Dat is mogelijk.
  • Op ieder kindercentrum is tijdens de opvang een volwassene aanwezig met een kinder-EHBO-certificaat. Dat zorgt ervoor dat snel en adequaat gehandeld kan worden bij ongevallen.

Thema 3: Stabiliteit en pedagogisch maatwerk

Veranderingen wat betreft aantal medewerkers per kind:

  • Het maximaal aantal baby’s van 0 jaar per pedagogisch medewerker gaat omlaag. Deze gaat van 1 pedagogisch medewerker op 4 nuljarigen naar 1 pedagogisch medewerker op 3 nuljarigen. De pedagogisch medewerker heeft hierdoor meer tijd en aandacht voor kinderen in het eerste levensjaar.
  • Voor kinderen van 7 jaar en ouder gaat het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker omhoog. Deze gaat van 1 op 10 kinderen nu naar 1 pedagogisch medewerker op 12 kinderen.
  • Het aantal vaste gezichten voor nuljarigen wordt aangescherpt. Bij baby’s van 0 jaar is er minder wisseling van de aanwezige vaste gezichten dan bij oudere kinderen.
  • Er zijn vanuit de wet geen vastgestelde tijdsvakken meer waarbinnen afwijken van het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker wel of niet is toegestaan. Als de ondernemer toch wil afwijken van dit maximale aantal, dan moet dit worden vastgelegd in het pedagogisch beleidsplan. De tijdstippen mogen in totaal niet meer dan drie uur per dag bedragen. Als ouder word je ervan op de hoogte gebracht op welke tijden dat het geval is.

Thema 4: Kinderopvang is een vak

Veranderingen wat betreft opleidingen en niveau’s van de medewerkers:

  • Voortaan coacht een pedagogisch beleidsmedewerker de pedagogisch medewerkers bij de dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast houdt de pedagogisch beleidsmedewerker zich ook bezig met het pedagogisch beleid en de werkwijze daarbij. Bijvoorbeeld hoe de pedagogisch medewerkers kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden aan te leren.
  • Het taalniveau van de pedagogisch medewerker is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Daarom komt er een minimum taalniveau voor de pedagogisch medewerker per 1 januari 2023.
  • Vrijwilligers tellen niet meer mee als pedagogisch medewerker als het gaat om de berekening van het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Dat geldt ook voor de derde volwassene op een groep waar drie pedagogisch medewerkers ingezet moeten worden. Dat is geen vrijwilliger, maar een betaalde pedagogisch medewerker die aan de opleidingseisen voldoet.
  • De inzet van stagiaires en medewerkers die nog niet voldoen aan de opleidingseisen voor pedagogisch medewerker wordt beperkt, zodat er voldoende tijd en capaciteit is om hen te kunnen begeleiden.
  • De kinderopvangorganisatie heeft een opleidingsplan voor de opleiding en ontwikkeling van pedagogisch medewerkers.

De wijzigingen verbeteren de kwaliteit en de toegankelijkheid van de kinderopvang

Voor de ouders

Voor de ouders komt er een kwaliteitsoordeel van de kinderopvang. Zo kun je zien hoe goed een bepaalde kinderopvang is. Het kwaliteitsoordeel wordt onafhankelijk gedaan en is voor iedereen te lezen. Dit zal ontwikkeld worden door de GGD, samen met ouders en vertegenwoordigers van de kinderopvang. Een handige manier om er achter te komen welke opvang het beste voor jouw kind is!

Datum: 19 februari 2019