Lichamelijk-beperkt

Debbie: ‘Ik ben gelukkig vrij positief van mezelf’

‘De eerste 2,5 jaar van mijn leven bracht ik door in een kindertehuis voor kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen op de Filipijnen. Sinds mijn geboorte ben ik aan meerdere gezinnen in landen over de hele wereld voorgesteld: Frankrijk, Noorwegen, Amerika… Maar ik werd steeds afgewezen vanwege mijn lichamelijke beperkingen. Ik was niet perfect genoeg.’

Special needs

Debbie Smit kwam ter wereld op de Filipijnen. ‘Mijn biologische moeder heeft me na mijn geboorte direct afgestaan ter adoptie vanwege mijn meervoudige beperkingen: mijn heup en knie zijn niet volgroeid, mijn been is echt wel 15 centimeter te kort, en ik ben geboren met schisis. Ik ben uiteindelijk geadopteerd door een Nederlands gezin. Mijn adoptieouders hadden al één biologisch kind en twee geadopteerde kinderen. Zij zijn eveneens afkomstig uit de Filipijnen, maar we zijn geen van drieën bloedverwanten van elkaar. Mijn ouders hebben altijd gezegd dat ze openstonden voor een kindje met special needs, en zo groeide ik op in een gezin met vier kinderen waarvan ik de jongste was.’

Geen beperkingen

‘Mijn ouders hebben me altijd voorgehouden dat als ik iets wilde, ik dat zelf moest doen. Ze wilden naast me lopen en mijn hand vasthouden, maar problemen die op mijn pad kwamen, moest ik zelf oplossen. In mijn opvoeding hebben ze me nergens in beperkt. Ik mocht net zoveel als de rest. Dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben’, klinkt het niet zonder trots. ‘Ik was altijd heel actief en heb aan diverse sporten gedaan.’

Slechthorend

Door de vele oorontstekingen die Debbie doormaakte, raakte ze slechthorend. ‘Daarom zat ik vanaf groep 3 op een speciale school voor kinderen die slechthorend zijn of te maken hebben met spraakmoeilijkheden. Aan het eind van mijn lagereschoolperiode vroeg mijn moeder zich af of ik het voortgezet onderwijs niet op een reguliere school kon volgen, maar dat werd afgeraden. Ik kon beter speciaal onderwijs blijven volgen. Achteraf bleek dat geen succes: ik heb maar anderhalf jaar op die school gezeten en toen ben ik er afgetrapt’, lacht Debbie beschaamd. ‘Ja, ik was best een pittig kind. Ik had meer uitdaging nodig.’

Middelbare school

Aan haar tijd op de middelbare school die ze daarna bezocht, denkt Debbie met warme gevoelens terug. ‘Alhoewel het in het begin best pittig was hoor. Ik kwam bij ‘gewone’ kinderen in de klas. In tegenstelling tot de leerlingen op mijn vorige school, lieten deze klasgenootjes niet over zich heenlopen. Zij boden weerstand en bovendien was de klas al gevormd. Ik ben in het begin dan ook wel gepest. Alhoewel, ‘gepest’ is een groot woord, want ik kon aardig van me afbijten. Vanaf de derde klas heb ik het er echt fantastisch gehad. Ondanks mijn beperkingen liet ik me niet beperken en deed ik gewoon met alles mee. Net als ieder ander kind.’

Vrijwilligerswerk kindertehuis

Op de middelbare school ontmoette Debbie ook de jongen met wie ze later trouwde. ‘Hij ging het leger in en ik wilde de opleiding SPW gaan doen. Maar voordat ik daaraan zou beginnen, zou ik eerst drie maanden vrijwilligerswerk gaan doen in het kindertehuis in de Filipijnen waar ik zelf ook gewoond had. Het was heel gaaf om daar te werken, maar ook ontzettend zwaar. Je werkte daar 12 uur op, 12 uur af. Zes dagen achter elkaar. Ik was 17, en het harde werken confronteerde me voor het eerst in mijn leven erg met mijn eigen beperkingen. Die bleken toch meer impact te hebben dan ik altijd gedacht had, en daar heb ik psychisch best een klap van gehad.’

Tussenjaar

Door haar ervaringen met de fysieke ongemakken twijfelde Debbie er ineens aan of de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk wel geschikt voor haar zou zijn. ‘Mijn vriend vond dat ik die opleiding niet hoefde te doen: hij verdiende immers genoeg voor ons beiden. Hij kon mij wel onderhouden. En daarom besloot ik een tussenjaar te nemen. Achteraf gezien had ik nooit moeten doen, want daarna ben ik nooit meer naar school gegaan.’

‘Ik was niet perfect genoeg’

Bloedband geen voorwaarde voor liefde

Toch bleef haar geboorteland trekken en na een paar jaar na haar eerste bezoek ging Debbie terug naar de Filipijnen om haar biologische familie te ontmoeten. ‘Sindsdien ga ik regelmatig terug. Mijn biologische moeder leeft nog. Van mijn biologisch vader weet ik niets. Ik heb het mijn biologische moeder nooit kwalijk genomen dat ze me heeft afgestaan. Dat komt ook door mijn opvoeding. Mijn ouders zijn er altijd heel open over geweest en daardoor heb ik dat een plekje kunnen geven. Zij hebben het ook altijd belangrijk gevonden dat wij op zoek gingen naar onze roots. Ik heb trouwens een betere klik met mijn moeder dan met mijn biologische moeder. Zij is er altijd voor me geweest. Zij stond na al mijn operaties, en dat waren er maar liefst 38, naast mijn bed. Ik vind het dan ook heel heftig als ik iemand hoor zeggen dat je van een adoptiekind nooit zo veel kunt houden als van een eigen kind. Dat geldt voor mijn adoptieouders in ieder geval absoluut niet. Dat is misschien ook wel iets wat je zelf moet ervaren, maar een bloedband is geen voorwaarde voor onvoorwaardelijke liefde.’

Huwelijk

Debbie was 22 toen zij met haar vriend, met wie ze al vier jaar een relatie had, trouwde. ‘We wilden heel graag kinderen en hebben in totaal vijf jaar lang geprobeerd om zwanger te worden. Dat lukte maar niet en dat lag altijd aan mij en nooit aan hem. Het was een heel intense tijd met veel ziekenhuisbezoeken, hormoonbehandelingen en een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Het weekend voordat we aan een ivf-traject zouden beginnen, bedacht hij ineens dat hij verliefd was op een 15-jarig meisje die wij onder onze hoede hadden genomen. Wij hadden gezegd dat ze altijd welkom was bij ons, en dat heeft ze wel heel letterlijk genomen. Dat kwam bij mij als een mokerslag binnen en daar ben ik heel erg kapot van geweest. Hij heeft me gewoon keihard laten vallen.’

Geen wrok

Toch denkt Debbie niet met wrok terug aan haar ex. ‘Als hij niet gelukkig kon zijn met mij, wie was ik dan om hem tegen te houden? Als ik rond zou blijven lopen met haat, zou ik zelf nooit meer gelukkig worden. Daarom ben ik ook niet boos op hem gebleven. Al vroeg ik me wel vaak af of ik ooit weer een leuke man zou tegenkomen. Wie wilde mij nou hebben? Een vrouw met beperkingen? Maar toch kwam er weer iemand op mijn pad. Ook hem kende ik van de middelbare school, al had ik in hem nooit een potentiële partner gezien. Hij was gewoon iemand met wie ik vriendschappelijk omging, maar we kregen na een tijdje toch een relatie. En acht maanden later was ik zwanger! Ik kon het eerst dan ook niet geloven en heb wel vier zwangerschapstesten gedaan. Negen maanden later werd een fantastisch mooi jongetje geboren en een acht maanden later raakte ik opnieuw zwanger van onze prachtige dochter. Hoezo had het in die jaren van mijn huwelijk aan mij gelegen dat ik niet zwanger raakte?!’

Rolstoel

Door haar heupafwijking is Debbie inmiddels rolstoelgebonden. ‘Dat beperkt me wel in het doen van leuke dingen met mijn kinderen. Ze zijn nu 6 en 4 jaar oud en ik kan gewoon niet steeds heen en weer lopen of voor hen naar boven gaan om iets op te halen. Dat heeft hen wel heel zelfstandig gemaakt. Maar hen die zelfstandigheid bijbrengen, is ook wel iets wat ik van mijn vrijwilligerswerk in de Filipijnen heb overgenomen. Kinderen met een lichte verstandelijke beperking hielpen bijvoorbeeld met het eten geven van de kinderen die dit zelf niet konden. Als je kinderen duidelijkheid, structuur en regelmaat biedt, kun je ze meer bijbrengen dan wij dat hier in de Nederlandse cultuur doen. Kinderen hier worden veel te veel gepamperd.’

Positief

Ondanks de vele hobbels die zij in haar leven moest nemen, karakteriseert Debbie zich als een positief mens. ‘Ja, ik ben gelukkig vrij positief van mezelf. Ik blijf niet hangen in zwaarmoedigheid. Dat zit niet in me. Je moet gewoon je zinnen verzetten en dan gaat het wel weer. Ik blijf ook nooit lang boos. Als ik mijn boosheid eenmaal geuit heb, is het ook klaar. Als je in die negativiteit blijft hangen, is dat ook iets wat je uitzendt. En wat je uitzendt, trek je aan. Ik heb geleerd om vaker ‘nee’ te zeggen. Keuzes te maken. Wat voegt écht iets toe aan je leven. Want het heeft geen zin om energie te stoppen in iets wat niet waardevol is. Wees gewoon lief voor elkaar. Als we allemaal wat liever voor elkaar zouden zijn, was er veel minder ellende in de wereld.’

Heb jij een bijzonder verhaal dat je op ForYou.nl wilt teruglezen? Stuur dan een e-mail naar verhalen@foryou.nl zodat we contact met je kunnen opnemen.

Datum: 21 februari 2022