uitvaart

De uitvaart van mama

De dag van de begrafenis is een snikhete dag. In het rouwcentrum controleer ik of de jonge vrouw er nog goed bij ligt. Haar kinderen, een dochter van 8 jaar en een zoon van 4 jaar, waren er niet bij toen ik hun moeder in de kist heb gelegd. Ik kan mij voorstellen dat haar kinderen graag zeker willen weten dat zij echt in de door hen beschilderde kist ligt. Als zij haar willen zien dan moet dat natuurlijk wel verantwoord zijn. De jonge moeder ziet er in haar kleurige gewaden nog prachtig uit. De familie heeft me gevraagd of er nog een paar tekeningen bij haar in de kist gelegd kunnen worden, dus ik leg de deksel los op de kist. Dit geeft mij ook de mogelijkheid soepel in te spelen op eventuele vragen en wensen van de kinderen.

Kleurrijke kist

Ik breng het lichaam van de vrouw in haar kleurrijke kist op een grote loopkoets naar de nabij gelegen aula waar de familie al is. Als ik haar de aula in rijd, komen haar kinderen meteen op mij af: zij zien ‘hun’ kist, de kist die zij eerder in de week hebben beschilderd. Ligt mama daar nu in? We staan aan het voeteneind van de kist. De tekeningen in onze handen. Het meisje is net groot genoeg om in de kist te kunnen kijken. Haar broertje is daarvoor nog te klein. We tillen de deksel van de kist een stukje op om de tekeningen bij de voeten van hun moeder te leggen.

Loopkoets

Het meisje zegt dat zij haar moeder ziet. Het jongetje wil ook kijken. Nog steeds aan het voeteneinde til ik hem op, zodat ook hij zijn moeder kan zien. Inmiddels staat het meisje al aan de zijkant van de kist en kijkt naar binnen. ‘Ik zie mama’s gezicht.’ Dat wil het jongetje ook zien. Ik loop naar de zijkant en zet hem op de loopkoets zodat ook hij goed naar zijn mama kan kijken. Dan is het goed voor haar kinderen. We sluiten samen de kist, terwijl het jongetje nog op de loopkoets zit. Heel geconcentreerd draaien zij de knopjes vast. Het jongetje wil nog meer klusjes. Ik laat hem de kaarsen aansteken. Daarna mag hij het voorleesboek, dat ik tijdens de dienst nodig heb om ‘Kikker en het Vogeltje’ voor te lezen, voor mij bewaren.

Ik weet dat er kinderen zullen zijn, toch ben ik verrast en ontroert het me

Afscheidsbijeenkomst

Vóór in de aula hebben we een berg kussens neergelegd, voor de kinderen die naar verwachting bij de afscheidsbijeenkomst aanwezig zullen zijn. Bij aanvang daarvan zitten alleen haar kinderen op de kussens. Het jongetje omklemt het voorleesboek stevig. Ik sta voor de stampvolle aula en begin met de vraag of er nog kinderen zijn die vooraan bij het meisje en het jongetje willen zitten. Ik weet dat er kinderen zullen zijn, toch ben ik verrast en ontroert het me, wanneer ik overal in de zaal kinderhoofdjes omhoog zie ploppen. Ze bewegen zich door de rijen zittende mensen heen naar de zijkanten, zwermen naar voren en komen vooraan op de kussens bij haar kinderen zitten.

‘Kikkertje en het Vogeltje’

Er zijn sprekers, muziek en dia’s. Halverwege is er ‘Kikker en het Vogeltje’ voor de kinderen, met dia’s van de plaatjes in het boek. Het jongetje reikt mij het boek aan en ik lees het verhaal voor.

Datum: 26 augustus 2019