cowboylaarzen

De cowboylaarzen van Janine

Ik begeleid nu al zo’n 10 jaar uitvaarten. De sereniteit van de dood ervaar ik dus al heel wat jaren. Toch kan die mij nog steeds verrassen. Sommige beelden staan in mijn geheugen geëtst.

Adembenemend

Scherp en helder, alsof er een lichtbundel op haar schijnt, zie ik Janine in haar bed liggen. Ik heb haar bij leven nooit ontmoet. Ze is bijna even oud als ik. Haar gezicht omlijst door donker, bijna zwart lang haar, haar ogen gesloten, donkere wimpers, een markant gezicht en een brede, vuurrode mond. In werkelijkheid gaan er strengen grijs door het donker heen, maar ik zie die niet. Ze heeft een witte blouse aan met geborduurde mouwen. Ze heeft een houten veelkleurige ketting om. Die ketting was helemaal handwerk van natuursteen uit de bergen van de Verenigde Staten en gemaakt door indianen uit New-Mexico. De hoofdfiguur van de ketting was een grote blauwe beer, en de andere figuurtjes waren vogels en vissen. De kleuren spatten van de ketting en haar lippen af. Het is bijna adembenemend. Ze is zó mooi! Ik kom haar ophalen.

Cowboylaarzen

Een paar dagen later zegt Hans, haar man: ‘Janine wilde eigenlijk haar cowboylaarzen aan!’ We lopen naar de trap. Onder de open ijzeren trap staan zeker zes paar fantastische cowboylaarzen. Ieder paar is uniek, effen of kunstig uitgesneden in rood en groen. ‘Dat lukt nu natuurlijk niet meer’, zegt Hans. ‘Hoezo niet?’, zeg ik, ‘Als Janine dat wilde, zal ik er mijn uiterste best voor doen ze haar aan te trekken.’

De rode lippen en de cowboylaarzen: ze horen bij haar

Rouwcentrum

Normaal gesproken stop je je voet gestrekt in een cowboylaars. Je steekt je vingers door de lussen aan de bovenzijde en terwijl je trekt, duw je je voet naar beneden, de vloer in en pers je je wreef door de schacht heen. Maar Janine ligt al in de kist, dus gemakkelijk zal het niet zijn. Ik neem de laarzen mee naar het rouwcentrum. Janine staat al klaar voor het bezoek. De kist staat op een schaarwagen met wielen. Ik begin met de rechtervoet. Ik steek haar voet in de laars, draai de laars een beetje om haar voet, en trek voorzichtig aan de lussen. Maar het lukt niet. Ik trek harder, en nog harder; zó hard dat het wagentje begint te schuiven. Ik ben vergeten mijn jas uit te doen en krijg het verschrikkelijk warm.

‘Het hoort bij haar’

Jos, een medewerker van het rouwcentrum, ziet mij worstelen en biedt zijn hulp aan. Ik doe mijn jas en trui uit. Jos gaat achter de kist staan, om hem tegen te houden, zodat ik heel mijn gewicht in de strijd kan gooien. Die laars moet en zal aan. Het lijkt niet te lukken, maar als een wonder zit plots de laars aan Janines rechtervoet. Nu de linker. Ik bereid me voor op een volgende uiterste inspanning, maar de laars glijdt over haar linkervoet, zonder dat ik er veel voor hoef te doen. Ik trek Janines broek recht over de laarzen, en stift haar lippen nog rood. Ik kan me al niet meer voorstellen dat ze zonder laarzen in de kist lag. De rode lippen en de cowboylaarzen: ze horen bij haar.

Datum: 29 mei 2019