oncoloog

De internist-oncoloog vertelt

Wanneer je geconfronteerd wordt met borstkanker, zul je in het behandeltraject diverse specialisten tegenkomen. Eén van hen is de internist-oncoloog. In het Alexander Monro Ziekenhuis werkt Emine Göker en zij ontmoet vandaag Carla en Bert. Bij Carla is onlangs borstkanker geconstateerd.

Heftige gesprekken

Slechtnieuwsgesprekken: ik zal er nooit aan wennen. Zojuist heb ik één van mijn patiënten moeten vertellen dat er geen herstel meer mogelijk is. Ze is niet meer piepjong, maar ze staat nog midden in het leven en had ook graag minstens 80 jaar willen worden. Dat zit er voor haar niet meer in. Zulk soort gesprekken grijpen me aan. Elke keer weer, want ik leef intens met mijn patiënten mee.

Kennismaken

Ik neem even vijf minuten de tijd om tot mezelf te komen en dan roep ik de volgende patiënt binnen. Het is Carla. Samen met haar echtgenoot Bert komt ze mijn spreekkamer binnen. Ik geef hun een hand en stel me voor: ‘Emine Göker’. Ik heb Carla nog niet eerder ontmoet, maar ik heb het gevoel dat ik haar al een beetje ken. Ze is immers al uitgebreid besproken in het multidisciplinair overleg. Bij Carla is nog maar kort geleden een tumor in haar rechterborst ontdekt en met mijn collega’s heb ik al gekeken hoe we haar op de beste manier kunnen behandelen. Dat ga ik nu met Carla en Bert bespreken.

‘Ik heb het gevoel dat ik Carla al een beetje ken’

Systeemtherapie

Ze komt in aanmerking voor systeemtherapie. Door eerst te starten met chemotherapie zal de tumor in haar borst straks beter te opereren zijn. Om Carla de beste kans op volledige genezing te geven, staat daarna nog een traject van bestralingen en hormoontherapie op het programma. Mijn motto is: nazorg moet voorzorg zijn. Al voor de initiële behandeling begint, wil ik mijn patiënten informeren over de gevolgen ervan.

Klachten

Chemotherapie heeft een grote impact op de patiënt. Gedurende de behandelingen is de omgeving doorgaans erg betrokken, maar daarna verwacht bijna iedereen dat ze weer net zo functioneert als voordat ze kanker kreeg. Maar dat is meestal niet het geval. Ook is de kans groot dat ze versneld in de overgang terechtkomt, inclusief alle klachten als opvliegers, nachtzweten, pijnlijke gewrichten, slecht slapen, stemmingswisselingen, somberheid en vergeetachtigheid die daarbij horen.

Overgangspoli

Ik leg het allemaal rustig uit en Carla en Bert luisteren aandachtig. Af en toe kijken ze elkaar even aan en tijdens het gesprek pakt Bert Carla’s hand vast. Gelukkig hebben wij in het Alexander Monro Ziekenhuis een overgangspoli voor vrouwen die kanker hebben (gehad). We hebben ons verdiept in overgangsklachten en hoe je daarmee om kunt gaan. Daarmee zijn we uniek in Nederland. We kijken naar heel veel aspecten. Als patiënten zien dat je hun klachten serieus neemt en mogelijk een deel hiervan op kunt lossen, ben je al zo’n stuk verder. We zien de nazorg ook als onze missie. Tijdens en na hun behandeling moet voor onze patiënten hun kwaliteit van leven zo optimaal mogelijk zijn én blijven.

Kleinkind

Nadat ik mijn hele verhaal gedaan heb, benadruk ik nog maar weer eens dat Carla en Bert uiteindelijk zelf mogen kiezen. ‘Ik ga ervoor, Emine’, zegt Carla beslist. ‘Als jullie denken dat deze behandeling het best bij mij past, dan doe ik het. Ik wil weer beter worden, want ik wil blijven leven.’ De laatste zin wordt gevolgd door een snik. Bert slaat zijn arm om zijn vrouw heeft en zegt met schorre stem: ‘Onze dochter heeft ons gisteren verteld dat ze zwanger is. Ons eerste kleinkind. Carla wil dit kindje zien opgroeien. Dus we gaan de strijd aan. We zijn er klaar voor!’

Over Emine

Ze is enorm betrokken en voor haar staat de patiënt voorop in alles. Emine heeft zich erg ingezet voor de komst van de overgangspoli. ‘Overgangsklachten hebben zoveel impact en gevolgen voor deze vrouwen. Het zou zo mooi zijn als we dat kunnen verbeteren’, zegt ze bevlogen. ‘De initiële behandeling hier is al heel goed. Het is net zo belangrijk dat we met de overgangspoli nog meer aan de kwaliteit van leven van onze patiënten kunnen verbeteren. Na borstkanker moeten zij weer hun leven kunnen leiden zoals voorheen. Mijn motto is dan ook ‘nazorg moet ook voorzorg zijn’!

Emine Göker

Datum: 09 juli 2018